Categorieën
coachen ja- zeggen provocatief spelen met trainen

Het belang van -een goede- weerstand.

“CDA-fractie voor moeilijke keuze na weerstand bij partijcongres” financieel dagblad 04-10-2010

Je kunt het bijna niet gemist hebben. Anderhalf miljoen mensen keken afgelopen zaterdag naar de live-uitslag .
We zagen geen ingedut, gezapig partijcongres, maar ‘whap-bem-boem’ heftige emoties, diepbewogen speeches en nauwelijks bedwongen tranen.
Jaah, dan gaat t ergens over.  Het raakt.  Het leeft.  Het boeit.
En dat allemaal vanuit de context van ‘weerstand tegen’.

Los van ideeen en de politieke consequenties in deze, vind ik  weerstand een fascinerend fenomeen.

Hoe kijk jij tegen weerstand in je werk aan?
Je weet wel: dat wat trainers als weerstand benoemen als ze ‘verzet’ ervaren.
Het is niet zelden dat ik een collega hoor verzuchten: “het loopt niet, want er zit ook zo veel weerstand in de groep”.
Tja.
Die beleving is herkenbaar, want het is bevredigend voor mij als trainer/coach als ik merk dat iemand aan de slag gaat in het kader van de veranderingsmodus.

De trainer heeft een opdracht (nieuw,anders, beter), signaleert leerpunten en is gemotiveerd om hiermee aan de slag te gaan, maar de deelnemer?
Niet iedereen kan of wil ‘aan de les’. Bewust of onbewust.

Wat ik vaak zie is dat de trainer dan van alles uit de kast gaat halen om deze weerstand te slechten: van adequate werkvormen om mensen hun last te laten inzien (benoemen – erkennen) tot stroop (vermijden – draagvlak creeeren) om het aangebodene makkelijker te laten slikken.
Dit kunnen allemaal prima manieren zijn.
Om het vuur weg te halen enerzijds, dan wel de energie te gebruiken anderzijds. Doen wat nodig is.

Persoonlijk vind ik het lastigste als er geen weerstand lijkt te zijn. Terwijl er niet iets anders is zoals interesse, zin, bereidheid.
Het maakt allemaal niet uit is de tendens, van “ah, ik zie wel wat ik er uit haal” tot “ik hou me gedeisd”.
Een passieve, onuitgesproken vorm van weerstand.

In zo’n situatie ga ik bewust de weerstand vergroten of juist oproepen.
Ga ik prikkelen en porren om te kijken of er de bereidheid is om ergens voor te gaan staan.
Bijvoorbeeld in een training bij een ingedutte groep met geaccepteerde blokkades : “zo doen we het nu eenmaal – dat werkt toch niet – ik heb er geen belang bij”.
Ik gooi even wat olie op het vuur door stevig stelling te nemen.
“Ja inderdaad, er is maar een schuilkelder tegen verandering op deze wereld en dat is deze afdeling. Jullie hebben vast symbool gestaan voor dat spotje van Monsterboard? Als een MEploeg binnenvalt om de enige met nog een beetje kleur op zijn lijkachtige gezicht naar boven te hijsen?”
Boem!
Geheid dat er wat gaat kriebelen, dat mensen overeind schieten, hun kop en lijf gaan werken,  zich even “beroerd” voelen.
Verzet ja, maar ook motivatie, energie, vuur.
Mogelijkheden tot daadwerkelijke verandering dan wel acceptatie van een situatie.
En dan gebeurt er iets wezenlijks in plaats van dat we maar iets doen.

Deze provocatieve aanpak kan je als een soort probioticum zien…. het verhoogt de gezonde weerstand!

Gelukkig was er weerstand op het CDAcongres.  Gelukkig werd die uitgesproken.  Gelukkig durfde mensen in verwarring te zijn.
De keuzes die nu gemaakt zijn, zijn  -naast doordacht en beargumenteerd – geheel beleeft, besproken en doorvoeld.
Het doet zeer, maar heeft wel waarde en brengt mensen dichter tot zichzelf en waar ze voor staan.

Dat gun ik iedere lerende

Categorieën
coachen humor provocatief spelen met trainen workshop

Afdichten? Echt niet!

Train jezelf in toughness: want ….zachte heelmeesters maken stinkende wonden…
Hoe je iemand liefdevol de deur uitschopt.

Herken je dit? Je hebt een prima training neergezet – je hebt een bevredigend coachingsgesprek gehad. Voornemens uitgesproken, afspraken gemaakt.
Dan blijkt echter bij het volgende contactmoment dat je klant niet actief aan het werk is. Huh?
Hoe effectief is jouw benadering dan geweest?
Had je meer moeten motiveren misschien?
Of misschien heb je niets nagelaten, maar juist te veel gedaan.

De effectiviteit van losse eindjes.
Geef de klant iets om zijn tanden in te zetten.
Nee, geen huiswerkopdrachten, maar pak het provocatief aan en maak de klant link!
Daag hem of haar uit door het gesprek te beëindigen op een punt dat nog niet alles duidelijk is, wanneer de vragen leven, de emoties sterk aanwezig zijn, de gedachten tollen. Oftewel: laat de klant geprikkeld naar huis gaan.

“Ja hallo, dat is onprofessioneel hoor!”

Als trainer, coach, therapeut en wat dies meer zij heb je de verantwoordelijkheid om zorgvuldig met je klanten om te gaan.
Binnenskamers kan je van alles zeggen en doen, kunnen thema’s schuren, maar buitenskamers is alles weer geheeld en op de rit.
Voordat de coachee de deur uitgaat moet iemand (de coach?) alles op een rijtje gezet hebben.
Waarom eigenlijk?

De klant doet sterk een beroep op de helende factor van de hulpverlener: help me, regel het voor me, structureer het.
Want ik kan het niet (alleen). Oh, is dat zo? en wil je dat ook zo houden?
Hiernaast ligt de behoefte om iets af te ronden bij de coach vaak ten aanzien van het eigen functioneren:” zie je wel ik pak dit professioneel aan, er zit een doel – een lijn- een structuur in”.

Waar haalt een klant persoonlijke winst uit?     Met name uit het zelf anders omgaan met een situatie qua overtuiging en gedrag.
Wanneer onderneem je hierin actie? Als iets Echt Zeer doet…..

Het vraagt lef om iemand naar buiten te sturen (de Grote Boze Wereld in?) terwijl die persoon geraakt is.
In de war, geschrokken, verdrietig of juist boos!
Wat kan er dan allemaal gebeuren?

“ Ik heb jouw trap tegen mijn schenen omgezet in een trap onder mijn kont ”.
Ik heb een kennismakingsgesprek met coachingsklant met als insteek “assertiever optreden”.
Ik ben verbaasd als hij aangeeft dat hij 34 jaar is: hij oogt jong, weet niet zo goed wat hij wil: uit alles blijkt onvolwassenheid.
Ik maak hier provocerend een beeld van een blije jonge hond bij: een puppy die steeds maar tegen je op springt en “uit, uit” blaft terwijl hij je hele broek onderkwijlt.
Tijdens het gesprek moet de coachee hier erg om lachen: gniffelt dat hij inmiddels ook een fijn baasje heeft (vriendin) die goed voor hem zorgt en het geld binnenbrengt.
“Wat heb jij dat goed geregeld” roep ik enthousiast – we zitten op de goede weg- , “dan hoef je alleen maar af en toe je kop op haar been te leggen, wat te kwispelen en beide partijen zijn blij”.
“Mwah”, begint hij tegen te sputteren. “Ik ben wel meer dan dat hoor.”
Is hij al op puppycursus geweest?
Op een gegeven moment vindt hij het niet lachwekkend meer, hij weet geen raad met deze situatie.
We beëindigen het gesprek op een punt dat er allerlei gevoelens door zijn lijf zieden.
Uiteraard zeg ik bij de deur nog even fijntjes “ik laat je even uit..”

Ik stuur hem de coachingsafspraken toe met daarin bovengenoemde teksten.
De volgende bijeenkomst komt hij razend binnen en veegt me de pan uit.
“Dat hij zich zo niet laat behandelen, wie ik wel denk dat ik ben! Hij komt hier voor hulp en dan krijgt ie dit! Zo schiet het niet op.”

“Gaan we bijten?” vraag ik angstig.
Het is even stil, allerlei gedachten flitsen zichtbaar door zijn hoofd: het kwartje valt.
Hij grijnst weer: “ja inderdaad; ik laat mijn tanden zien. Pas maar op – ik laat me niet meer commanderen. Ik ben klaar met dat puppygedoe; je kunt nog heel wat meer van dit soort reacties van me verwachten!”

We zijn een stapje verder ten aanzien van zijn doel…

De boosheid over de ‘onafgeronde behandeling’ motiveerde deze klant –> dwong hem tot actie.

Het deed zeer: van ‘weten’ (ik stel me niet assertief op en daar moet ik iets aan doen) voelde hij het meer dan te verdragen was. De noodzaak om er iets aan te doen is groter dan ooit. Nu of …

Een andere klant zei eens treffend tegen me: “ik heb jouw trap tegen mijn schenen omgezet in een trap onder mijn kont”. Au – actie!

Categorieën
coachen humor provocatief spelen met trainen workshop

Confronteren versus provoceren.

In de trainingen provocatief coachen komt vrijwel altijd de opmerking: ‘ik heb moeite met confrontaties’ (aangaan/ inzetten).
Voor mij zit er een verschil tussen confronteren en provoceren: het laatste is namelijk nog een beetje meer dan confronteren en maakt de muziek in het spel.
Confronteren = spiegelen wat er is/ wat je ervaart/ hoe iemand overkomt’.
Provoceren = iemand in een lachspiegel laten kijken, een beeld uitwerken wat opkomt dat reeel kan zijn maar ook volkomen fictief, een stukje ‘imaginairy exposure’.
Wat je met beide acties wilt bereiken is dat de ander eens goed naar zichzelf kijkt.

Wat je met het 1e bereikt is een daadwerkelijke reflectie -> okee….wie moet er niet even slikken als je in de spiegel kijkt?;) –

Bij de provocatieve reflectie kan je voorbij de actualiteit gaan en kom je op een speelveld…..
‘Wat een absurd beeld! –  hahaha, moet je mij zien! – nou ja, zo erg als je het er nu uit laat zien is het niet hoor! – ja zeg: nu zie ik het zelf’ enzovoort.
Het plezier van het spel opent letterlijk de ogen en daar kan iemand verder mee.